Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij zal nederdalen als een [12]regen op het [13]nagras, als de druppelen, die de aarde [14]bevochtigen. 12. Verg. 2 Sam.23:4; Deut.32:2; Job 29:23; Hos.6:3. 13. Afgemaaid gras, etgroen. Hebr. eigenlijk afgeschoren. 14. Hebr. bevochtiging; maar het Hebr. woord [dat hier alleen gevonden wordt] heeft de betekenis van zulk een bevochtiging, die door verspreiding of sprenging der droppels geschiedt, zodat het land den regen bekwamelijk kan indrinken en zijn klein uitspruitsel daarvan verkwikt worden en opschieten. Verg. hfdst.65 vs.10,11.